Familie Calopterygidae
Omschrijving
Antenne met eerste segment net zolang als de overige zes segmenten tesamen [(fig. Csplend1.tif), antenne]. Prementum met brede apicale insnijding, ongeveer half zolang als prementum, beharing schaars [(fig. Csplend4.tif), vangmasker]. Schenen aan uiteinde met doornachtige setae. Laterale caudale lamellen lang, met driehoekige doorsnede, middelste lamel korter, lamellaat [(fig. Csplend6.tif), caudale lamellen]. Rand van lamellen met zaagtand en uiteinde spits. (naar Pinhey, 1982; Gardner, 1983; Askew, 1988)
Ontwikkeling
Vrij trage soorten, die zich uitsluitend ontwikkelen in zuurstofrijk stromend water. Van beide soorten komen de eieren na ongeveer 2 maanden uit. De larven zijn na 2 jaar volgroeid. Lengte (zonder caudale lamellen) 20-25 mm. (Duijm & Dutmer, 1985)
Verspreiding
Verspreiding wereldwijd, zeer goed vertegenwoodigd in tropische bossen. Het genus Calopteryx leeft verspreid over het Noordelijk Halfrond alwaar het een voorkeur heeft voor beboste gebieden. Voortplanting in watertjes varierend van modderige poelen tot beekjes met (snel) stromend water. (naar Pinhey, 1982; Gardner, 1983)
In Nederland waargenomen genera:
Calopteryx Leach, 1815 [(fig. Cvirgol.tif), volgroeide larve]