Genus Leucorrhinia Brittinger, 1850
Omschrijving
Kop met grote ogen, achterhoofd taps aflopend [(fig. Leuc.tif), kop]. Labiale palpen met meer dan negen setae. Poten lang en slank. Lijf weinig behaard. Buikzijde van abdomen met vlekkenpatroon [(fig. Ldubia4.tif), abdomen (ventraal)]. Abdomen met rugdoornen, tenminste op segmenten 8 en 9. Zijdoorn van segment 9 langer dan segment 10. (naar Geijskes & van Tol, 1983; Askew, 1988)
Ontwikkeling
Eieren komen na ongeveer 5 weken uit; totale ontwikkelingsduur 2 jaar. (naar Duijm & Dutmer, 1985)
Verspreiding
Leucorrhinia is terug te vinden op het Noordelijk Halfrond. (naar Pinhey, 1982)
In Nederland waargenomen soorten:
Leucorrhinia albifrons (Burmeister, 1839) [(fig. Lalbifrl.tif), volgroeide larve]
Leucorrhinia caudalis (Charpentier, 1840) [(fig. Lcaudall.tif), volgroeide larve]
Leucorrhinia dubia (Vander Linden, 1825) [(fig. Ldubial.tif), volgroeide larve]
Leucorrhinia pectoralis (Charpentier, 1825) [(fig. Lpectorl.tif), volgroeide larve]
Leucorrhinia rubicunda (Linnaeus, 1758) [(fig. Lrubicul.tif), volgroeide larve]