Familia Aeshnidae

Familie Aeshnidae

Omschrijving

Larven langgerekt. Antenne dun, normaliter met 7 segmenten. Poten kort en stevig; steeds met drie tarsale segmenten in laatste larvestadia. Abdomen sterk ontwikkeld, min of meer cylindrisch (spoelvormig). Labium vlak, in rust reikt het minstens tot het middelste pootpaar [(fig. Aimper02.tif), habitus ventraal]. Achterlijf zonder rugdoornen. Anaalpyramide langgerekt, bij mannetjes voorzien van dorsale lob [(fig. Aimper08.tif), uiteinde achterlijf mannetje]. (naar Pinhey, 1982; Müller, 1990)

Verspreiding

Kosmopolitisch, evenals de genera Aeshna en Anax. Hemianax is wijd verspreid over de Oude Wereld (dwaalgast uit Afrika), en de genera Boyeria en Brachytron komen voor op het Noordelijk Halfrond (naar Pinhey, 1982; Bellmann, 1993).

In Nederland waargenomen genera:

Aeshna Fabricius, 1775 [(fig. Agrandil.tif), volgroeide larve]
Anax Leach, 1815 [(fig. Aimperal.tif), volgroeide larve]
Brachytron Evans, 1845 [(fig. Bpratel.tif), volgroeide larve]
Hemianax Sélys, 1883 [(fig. Hemiephi.tif), adult]

Overige Europese genera (en soorten):

Boyeria McLachlan, 1896
B. irene (Fonscolombe, 1838) [(fig. Birenel.tif), volgroeide larve]
B. cretensis Peters, 1991

%LABEL% (%SOURCE%)