Genus Platycnemis Burmeister, 1839
Omschrijving
Lichaam slank, kop breder dan abdomen [(fig. Platipel.tif), volgroeide larve]. Antenne met eerste segment korter dan pedicel. Prementum met 4 lange haren (2 x 2) in echte lijn, voorrand zonder insnijding. Labiale palpen langs buitenrand met doornachtige haartjes [(fig. Ppenni02.tif), vangmasker]. Schenen (van eerste pootpaar) aan uiteinde met driepuntige setae [(fig. Ppenni20.tif), setae op poot]. Caudale lamellen lamellaat, zonder nodi, met langgerekte punt en korte tot lange marginale haren, aan basis van lamel niet overgaand in doornachtige setae [(fig. Ppenni19.tif), caudale lamel]. (naar Gardner, 1983; Askew, 1988)
Ontwikkeling
De eieren komen na ongeveer 4 weken uit. De totale ontwikkelingsduur bedraagt 1 jaar. De larf leeft in stilstaand water voornamelijk op de bodem, in stromend water tussen de vegetatie. Lengte (zonder caudale lamellen) 17-20 mm. (Duijm & Dutmer, 1985)
Verspreiding
De verspreiding van het genus Platycnemis beslaat Eurazië tot tropisch Afrika. (naar Pinhey, 1982)
In Nederland waargenomen soort:
Platycnemis pennipes (Pallas, 1771) [(fig. Ppennipl.tif), volgroeide larve]
Overige Europese soorten:
Platycnemis acutipennis Sélys, 1841
Platycnemis latipes Rambur, 1842 [(fig. Platipel.tif), volgroeide larve]