Genus Sympetrum Newman, 1833
Omschrijving
Kop met grote ogen, achterhoofd taps aflopend [(fig. Sympet1.tif), kop]. Labiale palpen met meer dan negen setae. Poten lang en slank. Lijf weinig behaard. Abdomen zonder ventrale vlektekening. Rugdoornen tenminste op segmenten 8 en 9 (in S. fonscolombii geen doornen). Zijdoorn van segment 9 langer dan segment 10. (naar Geijskes & van Tol, 1983; Duijm & Dutmer, 1985)
Ontwikkeling
Eieren overwinteren; totale ontwikkelingsduur 1 jaar. (naar Duijm & Dutmer, 1985)
Verspreiding
Sympetrum is, met een bijna kosmopolitische verspreiding, één van de meest wijdverbreide genera binnen deze familie. (naar Pinhey, 1982)
In Nederland waargenomen soorten:
Sympetrum danae (Sulzer, 1776) [(fig. Sdanael.tif), volgroeide larve]
Sympetrum depressiusculum (Sélys, 1841) [(fig. Sdepresl.tif), volgroeide larve]
Sympetrum flaveolum (Linnaeus, 1758) [(fig. Sflaveol.tif), volgroeide larve]
Sympetrum fonscolombii (Sélys, 1840) [(fig. Sfonscol.tif), volgroeide larve]
Sympetrum meridionale (Sélys, 1841)
Sympetrum pedemontanum (Allioni, 1766)
Sympetrum sanguineum (O. F. Müller, 1764)
Sympetrum striolatum (Charpentier, 1840)
Sympetrum vulgatum (Linnaeus, 1758) [(fig. Svulgatl.tif), volgroeide larve]
Overige Europese soorten:
Sympetrum decoloratum Sélys, 1884
Sympetrum nigrescens Lucas, 1912